
communicatie
enl.taal@pietlitjens.nl
wwww.pietlitjens.nl
m+31 6 2240 6140
taalonderwijskundig advies
Ik richt mij op het adviseren van het management van onderwijsinstellingen op het gebied van taal, taalbeleid en taalonderwijs. Op microniveau concentreer ik me graag op het ondersteunen en trainen van leerkrachten en docenten Nederlands op het thema taaldidactiek. Een derde groep met wie ik graag samenwerk, zijn vakdocenten die in hun vak mondeling en schriftelijk communiceren om hun vak goed over te dragen. Ook zal ik mij zo nu en dan laten verleiden tot het tijdelijk vervangen van docenten Nederlands en dan met name op de pabo of de lerarenopleiding Nederlands, of het vervangen of helpen van taalspecialisten bij onderwijsadvies, bij leerplan- of toetsontwikkeling. Ook wil ik een bescheiden deel van mijn tijd besteden aan persoonlijke begeleiding van studenten bij het schrijven van teksten, werkstukken en scripties.
taal | taal zet mensen op voorsprong – taalvaardigheid kan het verschil maken
Jonge kinderen zijn in de eerste fase van hun ontwikkeling totaal gericht op en maximaal toegerust voor het verwerven van de moedertaal: de klanken, de woorden, de zinnen, de verhalen, de interactie met de omgeving en de ingewikkelde verbanden die daar onder liggen. Aan dit proces van natuurlijke taalverwerving voegt het onderwijs al vroeg een nieuw element toe: de ontwikkeling van lees- en schrijfvaardigheid. De eerste jaren van het basisonderwijs staan in het teken van beginnende geletterdheid, het onder de knie krijgen van het schrift. In het programma voor de onderbouw van het basisonderwijs wordt veel tijd en aandacht besteed aan technisch en begrijpend lezen. Veel jonge kinderen raken in de ban van het verhaal, van het boek, maar niet allemaal. De ontwikkeling van de schriftelijke vaardigheden loopt niet voor iedereen even soepel.
Halverwege het basisonderwijs worden wereldoriënterende vakken voorzichtig geïntroduceerd. De kennis van de wereld breidt zich uit. De individuele verschillen in taalontwikkeling worden sterker: kinderen die makkelijk lezen ontwikkelen een mooie leessnelheid, een grote woordenschat, bewegen zich over het algemeen makkelijk door het onderwijs. Zij zijn gemotiveerd om nog meer te lezen en te ontdekken. Ze hebben al vroeg het gevoel de hele wereld al aan te kunnen. Sommige kinderen verwerven de taal zonder al te grote inspanning. Het gaat vanzelf. Voor andere leerlingen geldt dat zij zich extra moeten inspannen om de taal, het lezen en het schrijven onder de knie te krijgen. Voor hen is taal een vervelend onderdeel op school.
De verschillen in taalontwikkeling en taalvaardigheid in een gemiddelde groep leerlingen in het basisonderwijs zijn groot. De een moet vooral leren het woord of de beurt te nemen en te houden, de ander doet er goed aan het zwijgen te oefenen. Leerkrachten weten dat en kunnen deze verschillen benutten. Maar ook hier manifesteren zich verschillen: de een denkt vooral aan de kansen en mogelijkheden, de ander aan de problemen die taalverschillen met zich meebrengen. Kortom: er zijn verschillen tussen leerlingen, tussen leerkrachten en natuurlijk ook tussen scholen. Er zijn veel scholen die intensief en vaak jarenlang bezig zijn met de ontwikkeling van taalbeleid en het inrichten van goed taalonderwijs. Als het taalbeleid op orde is, is het een kwestie van consolideren. Goed taalonderwijs is routine geworden. Andere scholen raken achterop met het onderwijzen van de basisvaardigheden en verdienen aanmoediging en inspiratie.
Voor een taalonderwijskundige zijn deze verschillen tussen leerlingen, leerkrachten en scholen interessant. Ik heb vanaf mijn vroege jeugd een passie voor taal en taalverschijnselen in de volle breedte. Heb mede door mijn studie Nederlands en Algemene Taalwetenschap kennis van en een visie op taalontwikkeling en taalonderwijs kunnen opbouwen. De laatste jaren heb ik bijzondere missie voor de groep leerlingen die het lezen niet meteen onder de knie krijgen. Zij verdienen mentaal gesteund in hun worsteling te zien dat anderen verder komen met minder inspanning. Ik zie kansen voor de lezer die wat later in zijn schoolloopbaan het nut of het licht ziet. In deze fase van mijn loopbaan wil ik alle kennis en competenties inzetten om laatbloeiers een nieuwe impuls te geven en op deze wijze een bijdrage te leveren aan preventie van laaggeletterdheid.

